Twee weken na het ingaan van het staakt-het-vuren blijft de Gazastrook grotendeels afgesloten van de buitenwereld. Israël weigert nog altijd op grote schaal hulpgoederen toe te laten en blokkeert de toegang van buitenlandse journalisten en medewerkers van VN-organisaties.
Dat gebeurt ondanks een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ), vorige week woensdag, die Israël verplicht om humanitaire hulp het gebied binnen te laten.
Tekort aan voedsel
De VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) zegt op X dat Israël zowel hulpgoederen als internationale medewerkers de toegang tot Gaza blijft ontzeggen. Daardoor zien de ongeveer 12.000 lokale medewerkers in Gaza zich gedwongen onder extreem moeilijke omstandigheden basiszorg te verlenen.
Volgens autoriteiten in Gaza komen sinds het ingaan van het staakt-het-vuren gemiddeld 89 vrachtwagens per dag de enclave binnen, terwijl volgens het akkoord dagelijks 600 trucks per dag zouden moeten worden toegelaten. Er is daardoor nog altijd een schrijnend tekort aan voedsel.
'Honger als wapen'
Het internationale Gerechtshof oordeelde vorige week dat Israël als bezettende macht verplicht is hulp toe te staan van de VN en haar organisaties, waaronder UNRWA. Het hof stelde bovendien dat Israël geen bewijs heeft geleverd voor zijn bewering dat een "significant aantal UNRWA-medewerkers lid is van Hamas"; een claim die Israël vorig jaar gebruikte om de organisatie te weren uit door Israël gecontroleerde gebieden.
Volgens Balkees Jarrah, waarnemend directeur Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Human Rights Watch, heeft het Internationaal Gerechtshof "duidelijk gemaakt dat Israël zijn campagne tegen UNRWA moet beëindigen en moet stoppen met het gebruik van uithongering van burgers als oorlogswapen".
Voedsel in ruil voor lichamen
Toch houdt Israël de enige doorgang naar Egypte, de Rafah-grensovergang, "tot nader order" gesloten. Volgens de Israëlische regering hangen heropening én verdere onderhandelingen af van de terugkeer van de lichamen van dertien Israëlische gijzelaars die nog in Gaza begraven liggen.
Hamas zegt dat het samen met Egyptische specialisten en het Rode Kruis zoekt naar de stoffelijke resten, onder meer in gebieden die nu onder Israëlische controle staan. Een Turks team van 81 bergingsspecialisten dat al enkele dagen klaar staat om hierbij te helpen is de toegang tot Gaza ontzegd.
Intussen wachten duizenden Palestijnen op de terugkeer van hun eigen vermisten. Er liggen nog zeker 9000 mensen onder het puin, volgens het ministerie van Volksgezondheid in Gaza. Families vragen zich af waarom zwaar materieel alleen wordt ingezet om Israëlische lichamen te bergen, terwijl zij hun eigen doden nog altijd met blote handen proberen terug te vinden.
Premier Netanyahu zei zondag dat Israël "de controle over Gaza" behoudt en zelf bepaalt welke buitenlandse organisaties worden toegelaten. "We beslissen welke internationale krachten toelaatbaar zijn en zo blijven we handelen", verklaarde hij.
Buitenlandse journalisten geweerd
Sinds de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 weert Israël buitenlandse media uit Gaza. Pas deze maand liet de regering aan het Israëlische Hooggerechtshof weten dat dit beleid "wordt herzien", maar niet direct. Uiterlijk op 23 november moet een nieuw besluit volgen.
Tot die tijd blijven journalisten uitgesloten van toegang, op enkelen na die onder begeleiding van het Israëlische leger tot aan de 'gele lijn' mogen komen. Alle reportages van deze journalisten zijn onderhevig aan strikte Israëlische censuur.
Geen 'onontgonnen terrein' voor journalisten
Ben De Pear, een Britse documentairemaker en voormalig hoofdredacteur van Channel 4 News, waarschuwt dat de eventuele komst van buitenlandse verslaggevers niet mag doen vergeten dat Palestijnse journalisten de oorlog "in realtime hebben vastgelegd, en dat vaak met hun leven hebben moeten bekopen". Sinds het uitbreken van de oorlog zijn meer dan 270 Palestijnse journalisten gedood.
"Westerse media wekken door te blijven benadrukken dat zijzelf niet naar binnen mochten, de indruk dat er pas verslaggeving mogelijk is zodra buitenlandse journalisten aanwezig zijn. Daarmee wordt het werk van lokale verslaggevers gemarginaliseerd", zo schrijft De Pear in een veel-gedeelde LinkedIn-post.
De Pear roept daarom correspondenten op om Gaza niet als "onontgonnen terrein" te verslaan als ze uiteindelijk toch toegang krijgen. "Wat zij straks vastleggen is allang gefilmd, gedeeld en gezien, alleen vaak genegeerd. Hun taak is niet om de "volledige waarheid" te onthullen, maar om voort te bouwen op het werk van degenen die haar al vertelden en daarvoor de hoogste prijs betaalden", stelt De Pear.