In de noordelijke provincies en Limburg zijn huishoudens gemiddeld veel meer kwijt aan energie dan in de Randstad. Zo besteedt een gezin in Groningen per maand ruim 105 euro meer aan energie dan een vergelijkbaar huishouden in Utrecht. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Berenschot in opdracht van energieleverancier Essent. De verwachting is dat de verschillen alleen maar verder toenemen, mede vanwege de energietransitie.

Dit komt doordat mensen buiten de Randstad over het algemeen in grotere huizen wonen, die minder goed geïsoleerd zijn. "Die mensen zijn minder in staat om hun huis te verduurzamen", ziet Resi Becker, bestuursvoorzitter van Essent. "Daarbij speelt ook inkomen een rol. De inkomens in die provincies zijn lager". Becker spreekt van een energiekloof.

Volgens Essent ziet het er niet naar uit dat dat verschil op korte termijn verdwijnt. Ruim 40 procent van de Nederlandse huishoudens heeft in 2035 niet de middelen om te investeren in verduurzaming. Ook wordt de energiekloof groter, waarschuwt Becker. Huishoudens die niet verduurzamen gaan meer betalen, onder meer vanwege de stijgende gasprijs en oplopende belastingen.

De verwachting is dat de gemiddelde kosten voor de energierekening de komende tien jaar iets gaan afnemen, maar dat gemiddelde is een vertekend beeld. Bijna 60 procent van de huishoudens gaat er iets op achteruit, blijkt uit het onderzoek. En dus moeten er politieke oplossingen komen, vindt Becker.

"Veel mensen die recht hebben op subsidies en andere ondersteuning weten die vaak niet te vinden. Er moet één centraal loket komen voor woningverduurzaming", zegt Becker. Daarbij moet volgens haar voor de laagste inkomens 90 procent van de kosten worden vergoed.

Ook moeten er meer opties komen voor huurders om te verduurzamen. Zo wil Essent een afdwingbaar recht voor huurders om te kunnen verduurzamen, in plaats van de huidige praktijk dat ze dat alleen kunnen voorstellen aan de verhuurder.

Huren versus kopen

Tussen huishoudens met een huurwoning en huishoudens met een koopwoning zijn de verschillen groot, blijkt uit het onderzoek. Huurders zijn doorgaans een groter deel van het inkomen kwijt aan de energierekening. Dat komt doordat ze over het algemeen een lager inkomen hebben.

30 procent van de particuliere huurders leeft in energiearmoede, wat betekent dat meer dan 10 procent van het inkomen naar energie gaat. Zij zijn afhankelijk van investeringen van particuliere verhuurders. Ze hebben zelf weinig mogelijkheden om te verduurzamen en dat maakt deze groep kwetsbaar voor hogere energielasten.

Van alle Nederlandse huishoudens leeft 6,1 procent in energiearmoede, meldde het CBS deze zomer. Opvallend hierbij is dat bijna 70 procent van deze groep in een sociale huurwoning woont.

Bron