In Japan is de 60-jarige Shoji Maekawa vrijgesproken, bijna 40 jaar na de moord op een middelbare scholier in Fukui. Op 19 maart 1986 werd het 15-jarige slachtoffer 's nachts thuis met messteken om het leven gebracht. Maekawa werd een jaar later aangehouden. Hij heeft zijn betrokkenheid bij het misdrijf altijd ontkend.

De zaak groeide uit tot een van de bekendste voorbeelden van wat mensenrechtenorganisaties het "gijzelingssysteem" van het Japanse strafrecht noemen. Maekawa zat in totaal zeven jaar onterecht vast.

Getuigenverklaringen

De uitspraak kwam na een herziening van de strafzaak die begon in maart van dit jaar. De rechtbank oordeelde dat het bewijs waarmee Maekawa werd veroordeeld niet betrouwbaar was. Het was vooral gebaseerd op getuigenverklaringen die onder druk van de politie en met onjuiste aannames van het Openbaar Ministerie tot stand waren gekomen. De rechter constateerde verder dat een van de getuigen die verklaarde tegen Maekawa een huwelijkscadeau had gekregen van een politieagent.

Centraal in het proces stonden de getuigenverklaringen van zes mannen. Sommigen van hen beweerden dat ze op de dag van de moord een bebloede Maekawa onderdak hadden geboden of een lift hadden gegeven. Een van hen verklaarde ook dat hij Maekawa had gezien terwijl hij naar een bepaald tv-programma keek. Pas veel later werd geconcludeerd dat dat programma op de bewuste avond helemaal niet was uitgezonden.

Bewijsstukken achtergehouden

Het onderzoeksrapport, al opgesteld in 1989, bleef meer dan drie decennia verborgen. Pas na toenemende druk van Maekawa's advocaten en een tweede herzieningsverzoek werd het document vrijgegeven, samen met 287 andere bewijsstukken die de politie had achtergehouden. Uit het bewijsmateriaal blijkt dat ook de andere getuigen aanvankelijk hadden verklaard op het moment van de moord geen contact met Maekawa te hebben gehad.

Volgens de rechter heeft het Openbaar Ministerie daarom niet aangetoond dat Maekawa de dader was en bestaat er aanzienlijke twijfel over of hij op het tijdstip van de moord wel op de plaats delict aanwezig was. De politie beschikte niet over hard bewijs, zoals vingerafdrukken of voetafdrukken, die hem aan de moord zouden moeten koppelen. Maekawa heeft meerdere keren verklaard het slachtoffer nooit te hebben ontmoet.

"Ik heb altijd volgehouden dat ik onschuldig ben", zei de gespannen Maekawa tegen verslaggevers. "Ik ben nu zestig en heb mijn halve leven verloren. Maar ik ben dankbaar dat deze dag eindelijk is gekomen."

Bij het verlaten van de rechtbank droeg Maekawa een hoed die hij had gekregen van Hideko Hakamada, de zus van Iwao Hakamada, de man die vorig jaar werd vrijgesproken na 47 jaar in een dodencel. Ook die zaak veroorzaakte veel ophef.

'Gijzelingsjustitie'

De zaak van Maekawa plaatst opnieuw vraagtekens bij het functioneren van het Japanse strafrechtssysteem. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) publiceerde in 2023 een rapport waarin de organisatie het systeem typeerde als "gijzelingsjustitie".

Verdachten worden vaak zonder aanklacht vastgehouden in politiecellen, tot drie weken lang, terwijl zij geen toegang hebben tot een advocaat. Contact met familieleden wordt hun ook ontzegd. Gedurende die tijd worden verdachten herhaaldelijk ondervraagd, vaak urenlang, zonder opnameapparatuur en zonder toezicht.

HRW wijst erop dat dit systeem bekentenissen onder druk in de hand werkt. Dit zijn dezelfde verklaringen die vervolgens als hoofdbewijs worden gebruikt in rechtszaken. Meer dan 99 procent van de strafzaken in Japan eindigt daardoor in een veroordeling.

Ook Maekawa bekende destijds in eerste instantie schuld onder druk van de politie. Hoewel hij zijn bekentenis later introk, werd hij op basis van die verklaring en de getuigenissen alsnog veroordeeld. In totaal vocht Maekawa meer dan twintig jaar voor een herziening van de strafzaak.

Oproep tot hervormingen

De uitspraak van vandaag versterkt de oproep tot hervormingen. In april begon de Japanse wetgevingsraad met besprekingen over het herzieningsrecht. Advocatenverenigingen pleiten voor verplichte video-opnames van verhoren, betere toegang tot rechtsbijstand en een wettelijk systeem voor de vrijgave van mogelijk ontlastend bewijs.

In 1990 werd Maekawa al eens vrijgesproken, maar justitie ging in hoger beroep en in 1997 werd hij alsnog tot zeven jaar cel veroordeeld door het hooggerechtshof. De advocaten van Maekawa riepen het Openbaar Ministerie vandaag op om af te zien van een nieuw hoger beroep. "Het zou mensonterend zijn om deze zaak nóg langer voort te laten slepen", zei de voorzitter van de ondersteuningsgroep buiten de rechtbank.

Voor Maekawa markeert de vrijspraak het voorlopige einde van een decennialange strijd. "Vandaag heb ik eindelijk gerechtigheid gekregen", zei hij na het verlaten van de rechtszaal. "Maar het systeem moet op de schop. Niemand zou door moeten maken wat ik heb doorgemaakt."

Bron