Spanje wil de defensie-uitgaven niet verhogen naar 5 procent. Dat schrijft de Spaanse premier Sanchez in een brief aan NAVO-chef Rutte. Hij noemt het percentage "onredelijk" en "contraproductief".

Rutte stuurt er al maanden op aan om de NAVO-norm voor de 32 bondgenoten op de komende top in Den Haag te verhogen naar 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Nu is dat nog 2 procent.

Sanchez zegt dat Spanje zich niet kan committeren aan een bepaald percentage. Volgens de premier zou zo'n investering alleen maar mogelijk zijn door de belastingen voor de middenklasse te verhogen, de publieke voorzieningen te verminderen en de klimaattransitie te vertragen.

De norm is daarom "onverenigbaar met onze verzorgingsstaat en onze visie op de wereld", schrijft Sanchez. Hij is niet bereid om zijn land die offers te laten brengen.

Niet blokkeren

Tegelijkertijd wil hij een besluit op de NAVO-top niet blokkeren. Daarom stelt hij een "meer flexibele formule" voor, waarmee de 5 procent optioneel wordt of waarbij Spanje buiten beschouwing wordt gelaten.

Spanje gaf vorig jaar 1,3 procent van het bbp uit aan defensie, het laagste percentage van alle NAVO-bondgenoten. Dit jaar trok de Spaanse regering extra geld uit om aan 2 procent te komen, de norm die werd afgesproken na de Russische invasie in Oekraïne. Volgens eigen berekeningen van Spanje is dat genoeg om aan de verplichtingen te voldoen.

Begin deze maand overlegden de NAVO-ministers van Defensie in Brussel over hogere defensie-uitgaven. Daarbij werd al duidelijk dat Spanje er weinig voor voelt om naar 5 procent te gaan.

Het verhogen van de NAVO-norm naar 5 procent van het bbp gebeurt onder druk van de Amerikaanse president Trump. Daarbij gaat het om 3,5 procent voor pure defensie-uitgaven als artillerie, luchtafweer en personeel. De overige 1,5 procent mag naar aan defensie gerelateerde zaken gaan, zoals wegen, bruggen of het voorbereiden van de samenleving op een oorlogssituatie.

Het is nog niet bepaald op welke termijn de lidstaten aan de norm zouden moeten voldoen.

Meerdere NAVO-landen hebben al bekendgemaakt dat ze de verhoging naar 5 procent steunen. Ook in de Tweede Kamer bleek deze week een brede meerderheid te zijn.

Bron