Suriname staat voor grote uitdagingen de komende jaren. Het land heeft enorme schulden, kent veel armoede en er is weinig vertrouwen in de politiek. Het is aan de nieuwe beoogde president Jennifer Simons (71) van de partij Nationale Democratische Partij (NDP) om daar haar schouders onder te zetten. In een gesprek met de NOS vraagt ze Surinamers daarbij wel om geduld.

Simons, die de eerste vrouwelijke president van Suriname lijkt te worden, komt uit een gezin met vier kinderen. Haar moeder was sociaal werkster. Haar vader zat in het leger en was hoofd van de technische dienst bij de TRIS, het Nederlandse koloniale leger in Suriname. Ze groeide op met een groot sociaal gevoel en vertelt dat de belangstelling voor politiek haar met de paplepel is ingegoten.

De beoogde president omschrijft zichzelf als een sociaaldemocraat. Ze studeerde geneeskunde aan de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo en werkte jarenlang als arts. Daarnaast is ze vanaf 1996 actief in de politiek; eerst als parlementslid voor de NDP, daarna als parlementsvoorzitter van de Nationale Assemblée.

Braindrain

Na de verkiezingen van vorige maand hebben zes politieke partijen aangegeven een nieuwe regering te willen vormen, die voor grote uitdagingen zal staan. De Surinaamse economie zit in grote problemen en en de afgelopen jaren was er een grote braindrain: veel zorgmedewerkers en onderwijzers vertrokken naar het buitenland.

Verder ging de bevolking de afgelopen jaren gebukt onder een zwaar programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). President Santokhi ging in zee met het IMF, onder meer vanwege een miljardenschuld waar zijn voorganger Bouterse Suriname mee had opgescheept.

"Het zal een aantal stappen vergen om uit de problemen te komen, maar ik wil de bevolking niet nog meer laten pinaren (in armoede leven, red.), zegt ze. Simons hoopt dat de Surinaamse bevolking geduld heeft. Ze benadrukt dat mensen wel moeten zien dat de nieuwe regering stappen zet.

Noorwegen als voorbeeld

Over zo'n drie jaar worden de eerste inkomsten verwacht uit grootschalige olievondsten voor de kust van Suriname. Het land kan er jaarlijks miljoenen dollars aan verdienen. De nieuwe regering moet ervoor gaan zorgen dat jonge Surinamers ook in de oliesector kunnen gaan werken, zegt Simons. "En niet dat straks alleen buitenlands personeel de banen in de sector krijgt"

Wel wil ze een zuinig beleid voeren de eerste jaren; Noorwegen is daarbij een groot voorbeeld. Het Noord-Europese land stopt de gas- en oliewinsten in een staatsfonds waarmee bijvoorbeeld de pensioenen worden gefinancierd. "We willen investeren in de noodzakelijke sectoren zoals onderwijs, opleidingen en gezondheidszorg", zegt ze.

Veiligheidskleppen tegen corruptie

Opeenvolgende Surinaamse regeringen maakten zich in het verleden schuldig aan corruptie. Er was sprake van vriendjespolitiek en corruptie binnen de huidige coalitie van president Santokhi, maar ook binnen Simons' eigen partij, de NDP, die van 2010 tot 2020 regeerde. Goed bestuur zal niet van de een op andere dag lukken, zegt ze. "We kunnen niet van een modderpoel in één stap naar een glas drinkwater gaan."

Om de corruptie in het land aan te pakken, wil Simons een aantal 'veiligheidskleppen' inbouwen. Die moeten de instituten versterken en corruptie bestrijden, stelt ze. Zo wil ze dat ambtenaren goed worden betaald om omkoping te voorkomen, wil ze de financiële cijfers van instituten onderzoeken en de overheid digitaliseren.

Ook wil ze zo snel mogelijk een nationale ombudsman instellen en de inkomsten van het land vergroten door belastingen te innen in bijvoorbeeld de goudsector.

Simons erkent dat dingen anders moeten, maar zegt dat dat niet in één keer kan:

In 2012 kwam Simons als parlementsvoorzitter onder vuur te liggen toen ze de controversiële amnestiewet door het parlement loodste waardoor Bouterse niet kon worden vervolgd voor de Decembermoorden. Het kwam haar op veel kritiek te staan. Toch staat ze nog steeds achter die beslissing, die jaren later alsnog ongeldig werd verklaard door het Constitutioneel Hof.

Simons kan en wil zich niet vergelijken met haar voorganger Bouterse. Ze zal leiding geven op haar manier, stelt ze. "Ik ben mezelf. Ik ben geen Bouterse. Maar ik wil me ook niet van hem distantiëren."

"Ik waardeer Bouterse en de Nationale Democratische Partij om wat ze in het verleden hebben gedaan om de samenwerking tussen de verschillende etnische groepen in Suriname vorm te geven", aldus Simons. "Dat is heel belangrijk voor ons land geweest en ons nationaal bewustzijn geweest want we leven in een multi-etnische samenleving."

Simons over de "onuitwisbare plek" van Bouterse in de Surinaamse geschiedenis:

Bron