De ongelijkheid op de arbeidsmarkt begint langzaam kleiner te worden. Dat komt door het grote tekort aan personeel. Vooral vrouwen, jongeren en werknemers van buitenlandse komaf hebben hierdoor betere kaarten in handen om bijvoorbeeld meer uren te kunnen werken of een vast contract te krijgen.
Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) op basis van onderzoek naar ongelijkheid tussen verschillende werknemers in alle sectoren. Op basis van vacatures en gesprekken met werkgevers blijkt dat bij veel bedrijven oude ideeën en vooroordelen leven over groepen werknemers.
Zo wordt vaak aangenomen dat jongeren liever een flexcontract hebben, vrouwen liever parttime werken en statushouders liever een tijdelijk contract hebben. In de zorg worden weer vaak parttime banen aangeboden, omdat werkgevers vasthouden aan het idee dat vrouwen naast een baan ook thuis nog zorgtaken hebben.
In de horeca en de schoonmaak denken werkgevers dat jongeren en migranten uiteindelijk toch doorstromen naar een andere baan. Vaak zijn dit soort afspraken ook vastgelegd in cao's. Daardoor maken werkgevers niet zo makkelijk uitzonderingen voor medewerkers met andere wensen. Maatwerk zou ook tot scheve verhoudingen met collega's kunnen leiden.
Meer maatwerk
Omdat het door het grote tekort aan personeel in nagenoeg alle sectoren erg lastig is om aan personeel te komen, nemen steeds meer bedrijven afscheid van de standaard-ideeën. "De arbeidsmarktkrapte vergroot de onderhandelingsmacht van werknemers", constateert het SCP.
Het SCP voerde gesprekken met bedrijven in de zorg, schoonmaak en de bouw. "Hieruit bleek dat veel werkgevers nog wel die oude ideeën hebben, maar dat hun gedrag verandert omdat het lastig is om aan personeel te komen", zegt onderzoeker Ans Merens. "In de zorg worden meer uren aangeboden. Terwijl je in de bouw juist het omgekeerde ziet: daar wordt veel fulltime gewerkt, maar wordt het voor vaders nu langzaam toegestaan om in deeltijd te werken."
Verwachtingen uitspreken
Tegelijk vertelden de bedrijven die het SCP sprak dat het soms ook bij werknemers tussen de oren zit, bijvoorbeeld het idee dat meer werken niet zou lonen. Werknemers zijn bijvoorbeeld bang om toeslagen kwijt te raken of daar later mee in problemen te komen zoals mensen uit de toeslagenschandaal.
Volgens Merens zijn er veel onuitgesproken verwachtingen over en weer. Daarom is meer overleg nodig, zegt ze. "Het is van belang om dit gesprek juist wel te voeren, bijvoorbeeld in het jaarlijkse functioneringsgesprek, want wensen van werknemers kunnen in de loop van de tijd veranderen, bijvoorbeeld doordat zorgtaken afnemen."