Nederland gaat later dit jaar weer een bijdrage leveren aan de EU-vredesmissie EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina. Maximaal 175 militairen gaan een jaar lang naar het land. Een klein aantal stafofficieren gaat voor twee jaar.
"We willen dit opnieuw doen omdat het bijdraagt aan vrede en stabiliteit en het is ook in ons belang dat het rustig is in en rond Europa", zei minister Brekelmans van Defensie na de ministerraad. Hij wil voorkomen dat er "nieuwe immigratiestromen" komen of "nog meer georganiseerde criminaliteit".
'Spanningen zijn niet de aanleiding'
De VVD-bewindsman beaamt dat er spanningen zijn door acties van de leider van de Bosnische Serviërs, Milorad Dodik. De Bosnische federale politie probeerde hem deze week nog tevergeefs te arresteren, omdat de door Rusland gesteunde Dodik pleit voor afscheiding van de Republika Srpska (de Servische Republiek) van Bosnië en Herzegovina. Maar hij verwacht niet dat de situatie zal escaleren.
Brekelmans wijst erop dat de missie al zo'n twintig jaar bestaat en al heel lang dezelfde omvang heeft. "Dus het is niet zo dat dit de aanleiding is om deze bijdrage te leveren, maar het laat wel zien dat onze continue betrokkenheid erg nodig is."
Nederlandse militairen hebben vaker deelgenomen aan deze missie. Vorig jaar oktober keerden de laatste van 150 mariniers na een jaar terug. De militairen voeren patrouilles uit en oefenen met Bosnische militairen. Bosnië en Herzegovina is kandidaat-lid van de Europese Unie.