Het Indiase leger zegt 31 maoïstische rebellen te hebben gedood in de bossen van de centraal gelegen deelstaat Chhattisgarh. Daarbij zouden ook twee militairen van het Indiase leger zijn omgekomen.
De Indiase minister van Binnenlandse Zaken Shah, lid van de hindoe-nationalistische partij BJP, prees de operatie als een "groot succes op weg naar een naxalvrij India". De maoïstische rebellen worden ook wel naxalieten genoemd.
In de deelstaat woedt al decennia een strijd tussen het Indiase leger en maoïstische rebellen. De groep hangt de communistische leer aan die werd ontwikkeld door Mao Zedong, de grondlegger van de Communistische Partij van China. Ze hanteren guerrilla-tactieken en zijn voornamelijk actief in Centraal- en Oost-India.
De maoïsten zeggen dat ze strijden voor de armen, de boeren en de inheemse bevolking. Daarbij krijgen ze steun van inheemse volkeren die vinden dat ze worden uitgebuit.
Rebellen verzwakt
Het conflict kent zijn oorsprong in de late jaren 60, toen de maoïsten in opstand kwamen in de deelstaat West-Bengalen. De opstand verspreidde zich naar andere delen van India. Sindsdien zijn in dit conflict meer dan 12.000 mensen om het leven gekomen, schatten mensenrechtenorganisaties.
De afgelopen tien jaar nam het geweld in de meeste conflictgebieden af. Het Indiase leger heeft de maoïsten verzwakt en de aanwas van nieuwe rebellen is grotendeels opgedroogd.
In Chhattisgarh laait het geweld nog wel geregeld op. Zo meldt het Indiase leger vorig jaar 287 rebellen te hebben gedood, waarvan de overgrote meerderheid in de desbetreffende deelstaat.