De oudere broer van de dalai lama, Gyalo Thondup, is op 97-jarige leeftijd overleden. Als vertrouweling van de boeddhistisch leider was hij onmisbaar voor de buitenlandse contacten van zijn broer. In zijn strijd voor een onafhankelijk Tibet legde hij het aan met de CIA, probeerde wereldleiders te verleiden tot steun en voerde tevergeefs gesprekken met China.
Gyalo was elf toen zijn 4-jarige broertje door een selectiecommissie werd aangewezen als de nieuwe reïncarnatie van de allerhoogste Tibetaanse leider. Het veranderde hun leven compleet: van een boerderij verhuisde het gezin naar de hoofdstad, waar zijn broer als god-koning een paleisleven wachtte.
De gezinsleden werden opgenomen in de aristocratie en het ontbrak hen aan niks meer: eten, huisvesting en zijden gewaden werden op kosten van de staat beschikbaar gesteld. "Ik was zo blij. Meer dan blij: verrukt", herinnerde Gyalo zich in zijn autobiografie. "Mijn gezin was aangekomen in de hemel. Ons leven was voorgoed veranderd."
Ballingschap
Gyalo was de enige zoon in het gezin die geen monnik werd. Hij zou aanvankelijk de boerderij overnemen, maar moest nu zijn leven in dienst van zijn broertje stellen. Hij kreeg daarvoor een opleiding in China.
De complexe relatie tussen beide landen verslechterde na de Tweede Wereldoorlog. Tibet had zich in 1912 onafhankelijk verklaard van China, maar in 1950 viel het Chinese Volksbevrijdingsleger het land weer binnen. Voor de 15-jarige dalai lama begon een periode van precair balanceren tussen samenwerking en verzet.
Het was daarbij altijd de vraag hoelang de dalai lama het zou uithouden met toenemende Chinese repressie. Gyalo ontvluchtte al snel het land. Tijdens zijn zelfverkozen ballingschap in India werd hij als sleutelfiguur in de Tibetaanse diaspora benaderd door de CIA: een geheim agent liep hem quasinonchalant tegen het lijf bij het tennissen.
Partizanen
Voor de VS was onrust in Tibet tijdens de Koude Oorlog een mooie manier om communistisch China een hak te zetten. Gyalo reed persoonlijk de eerste zes landgenoten naar de Pakistaanse grens om voor een spionageopleiding naar Micronesië te vliegen. Ze werden daar getraind in guerrillapraktijken, radiocommunicatie en het gebruik van explosieven.
Deze partizanen werden later in Tibet gedropt met wapens en contant geld. Hun eerste opdracht was de dalai lama officieel toestemming te vragen voor Amerikaanse hulp, maar die bleef uit: als pacifistisch leider kon hij geen toestemming geven voor een gewapende strijd. Voor de CIA was het echter voldoende dat Gyalo meewerkte.
Misschien wel de belangrijkste CIA-bijdrage was de hulp bij de ontsnapping van de dalai lama in 1959. Toen die zonder bewaking moest langskomen bij de Chinese machthebbers, vreesde hij dat hij eindelijk zou worden vastgezet. De dalai lama glipte daarop verkleed als soldaat, zonder zijn kenmerkende bril, het paleis uit.
De Tibetaanse CIA-rekruten 'Tom' en 'Lou' begeleidden zijn stoet die in een paar dagen de Indiase grens bereikte. Dankzij hun bericht aan Washington vernam Gyalo dat zijn broer onderweg was. Hij gebruikte zijn contacten met de Indiase premier Nehru om alvast asiel te regelen. De opstand in Tibet werd ondertussen bloedig neergeslagen.
In latere jaren verminderde de Amerikaanse steun voor Tibet, nadat president Nixon de banden met China had aangehaald. Gyalo keek daarom teleurgesteld terug op de relatie: "De Amerikanen deden veel loze beloftes, zoals Tibet helpen onafhankelijk te worden."
In gesprek met Deng
Gyalo verzette ook de bakens: in 1979 sprak hij persoonlijk met de Chinese leider Deng Xiaoping over meer Tibetaanse autonomie. Gyalo redeneerde dat voor toenadering toch echt China nodig was, niet India of de VS. Bovendien had Deng volgens hem beloofd dat alles bespreekbaar was, op daadwerkelijke onafhankelijkheid na.
Het overleg leidde niet tot een doorbraak. Gyalo bleef zich ook in de jaren daarna inzetten voor Tibet, onder meer als regeringsleider van het kabinet in ballingschap.
In het overlijdensbericht dankt de dalai lama zijn broer voor al zijn inspanningen. "Zijn inzet voor onze strijd was enorm." Hij zei tijdens een dienst in een Indiaas klooster te hebben gebeden voor een snelle reïncarnatie van zijn broer.