Een groep ondernemers die in coronatijd in de noordelijke provincies teststraten heeft opgezet, heeft zeker vier miljoen euro verdiend door kosten te declareren voor personeel dat niet lijkt te bestaan.
Dat schrijft NRC na onderzoek van interne documenten, e-mails, roosters en audio-opnames van het samenwerkingsverband dat teststraten runde in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en een deel van Overijssel. De krant sprak ook met betrokkenen.
Dat de zes ondernemers kosten declareerden voor personeel dat er mogelijk niet was, zou onder meer blijken uit gebeurtenissen bij de teststraat in Drachten op 1 oktober 2021.
De straat moest die dag sluiten omdat bezoekers vanwege de lange wachttijden agressief werden tegen de enige twee aanwezige teststraatmedewerkers. Volgens de krant heeft het samenwerkingsverband voor de bewuste dag personeelskosten gefactureerd voor alle tien testplekken in die straat.
Ook in Assen, Groningen en Sneek zouden personeelskosten gefactureerd zijn voor mensen die niet aan het werk waren.
Op stand-by
Voor de stichting die namens het ministerie van Volksgezondheid de uitbetalingen regelde was dat geen probleem, schrijft de krant. Daarmee was de afspraak gemaakt dat ook de kosten van medewerkers die op stand-by stonden gedeclareerd mochten worden.
Volgens NRC zijn er sterke aanwijzingen dat een groot deel van deze medewerkers niet bestond. Om het bedrog te verhullen zou het uitzendbureau dat het personeel leverde valse facturen hebben opgesteld, waardoor het leek alsof deze medewerkers wel degelijk een stand-by-dienst hadden.
De advocaat van de betrokken ondernemers zegt tegen de krant dat er niets onoorbaars is gebeurd.