De Belgische premier De Croo roept de pauselijke nuntius in zijn land op het matje vanwege uitspraken over abortus door de paus. Na een bezoek aan België vergeleek Franciscus abortusartsen met huurmoordenaars. "Absoluut onaanvaardbaar", vindt De Croo, die daarom de hoogste diplomatieke vertegenwoordiger van het Vaticaan in het land wil spreken.
De paus bracht vorige week een meerdaags bezoek aan België. Op zijn terugvlucht naar het Vaticaan deed hij tegen de meegereisde pers zijn gewraakte uitspraken. "Artsen die dit doen zijn - sta me toe dit zo te noemen - huurmoordenaars. Daar is geen discussie over mogelijk. Een menselijk leven wordt vernietigd. Dat is moord."
Franciscus had eerder al het kabinet en de koninklijke familie verrast met de aankondiging te willen onderzoeken of koning Boudewijn zalig kan worden verklaard. Ook dat werd gezien als een opsteker voor tegenstanders van abortus, omdat de gelovige koning in de jaren 90 weigerde abortuswetgeving te tekenen.
'Diplomatiek incident waard'
"Dat een buitenlands staatshoofd zo'n verklaring doet over democratische besluitvorming in ons land is absoluut onaanvaardbaar", reageerde De Croo gisteren tijdens het vragenuurtje in de Kamer op de uitspraken van de paus. "Wij hebben geen lessen te krijgen over hoe onze parlementsleden democratisch wetten goedkeuren."
"De tijd dat de kerk in ons land de wet dicteerde, ligt gelukkig lang achter ons."
Eerder hadden de Vrije Universiteit Brussel en het Universiteitsziekenhuis Brussel al geschokt gereageerd. Rector Jan Danckaert noemde de uitspraken "het verspreiden van haat". Hij vond dat de regering moest reageren. "Een staatshoofd dat met dergelijke perfide uitspraken tegen democratische wetten ingaat, is beslist een diplomatiek incident waard."
'Onaanvaardbaar'
De Croo heeft nu dus de nuntius ontboden. Hij zegt een gesprek te willen om duidelijk te maken waarom hij de uitspraken niet vindt kunnen. "Mijn boodschap zal bijzonder duidelijk zijn: wat daar gebeurd is, is onaanvaardbaar."
De premier voegt eraan toe dat de paus beter zijn aandacht aan een ander dossier kan besteden. "Als er ergens verontwaardiging over moet zijn, is het tegenover zij die bijvoorbeeld feiten van seksuele intimidatie hebben laten plaatsvinden, of tegenover zij die niet zijn opgetreden op het moment dat men had moeten optreden."