De wijze waarop Nederland omgaat met migranten en asielzoekers komt overeen met de behandeling van de slachtoffers van de kinderopvangtoeslagaffaire. Dat zeggen migratierechtdeskundigen. Ook migranten en asielzoekers zijn de dupe van wantrouwen van de overheid en rigide maatregelen, stellen advocaten en onderzoekers in een gezamenlijke oproep vandaag.

Ze presenteren een onderzoek en vijftig gebundelde negatieve ervaringen met de titel Ongehoord onrecht in het vreemdelingenrecht, verwijzend naar het eindrapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie naar de kinderopvangtoeslag. Het is opgesteld door het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit in Nijmegen en de beroepsverenigingen van migratie- en asieladvocaten.

Wantrouwen

De migratiedeskundigen richten hun pijlen vooral op de uitvoeringsinstantie IND, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, maar ook op de afdeling bestuursrecht van de Raad van State. Die moet als hoogste rechter finaal oordelen over besluiten van de IND. En, zo stellen de deskundigen, dat gebeurt veel te weinig met de menselijke maat.

Er zijn veel overeenkomsten tussen de betrokkenen in de toeslagenaffaire en de groep waar zij op doelen, constateren de deskundigen. Net als in de toeslagenaffaire hebben ook deze mensen vaak een laag inkomen. Ze hebben meestal niet de Nederlandse nationaliteit en de toegang tot het recht is voor hen moeilijk. Het wantrouwen van de overheid in deze mensen is veel te groot en heeft vergaande consequenties, stellen de makers van het rapport.

"Vanaf binnenkomst in Nederland tot en met naturalisatie wantrouwt de overheid de migrant en is er slechts beperkte rechterlijke controle op die wantrouwende overheid. In vreemdelingenzaken leidt dit tot onrecht dat onvoldoende wordt gezien", aldus de deskundigen.

Bestempeld als fraudeur

Ze verwijten de IND dat migranten met een verblijfsvergunning worden behandeld als fraudeur op het moment dat zij onjuiste of onvolledige gegevens overleggen. De rechters gaan daar veel te veel in mee, zeggen zij. Bijzondere omstandigheden tellen slechts bij hoge uitzondering mee in de belangenafweging.

Zo heeft het samenwonen met iemand die illegaal in Nederland verblijft grote financiële consequenties. Zo iemand verliest dan het recht op toeslagen voor bijvoorbeeld zorg en huur.

Daar vroeg de Kinderombudsvrouw eerder al aandacht voor. Zij uitte haar zorgen over de positie van de honderden (Nederlandse) kinderen van wie één van de ouders geen rechtmatig verblijf heeft. In zo'n geval heeft het hele gezin geen recht meer op toeslagen en het kindgebonden budget. Dit leidt volgens de Kinderombudsvrouw tot schrijnende situaties van armoede.

Dan maar scheiden

Als voorbeeld gaf ze de Nederlandse Isra die in de financiële problemen kwam doordat haar toeslagen werden gestopt omdat haar partner niet in Nederland mag wonen. Haar baan, waarmee zij haar vier kinderen en haar partner onderhield, gaf onvoldoende ruimte om de problemen op te lossen, laat staan om rechtsbijstand voor deze problemen te financieren. Om uithuiszetting te voorkomen leek een scheiding haar de enige oplossing.

Het is slechts één van de voorbeelden die de migratierechtdeskundigen signaleren. Ook de rigide opstelling bij het uitzetten van asielzoekers, die al in een ander land zijn geregistreerd, is hen een doorn in het oog. Er wordt nauwelijks rekening gehouden met al in Nederland aanwezige familie van de asielaanvrager. Zij moeten dan koste wat kost terug naar het land waar zij als eerste Europa zijn binnengekomen.

Lering trekken

Het rapport wordt vandaag overhandigd aan vier oud-advocaten die nu zijn gekozen in de Tweede Kamer en aan Bart Jan van Ettekoven van de Raad van State. De voorzitter van de afdeling bestuursrecht zei na de harde conclusies van de Kamercommissie in de toeslagenaffaire - ook over het handelen van de raad - lering te willen trekken uit de affaire.

Hij kondigde toen een 'scan' aan op eerdere uitspraken, waarbij ook sprake was van harde wetgeving. "Wij gaan onze hele kast met zaken en uitspraken doorlichten. We willen kijken of er op andere terreinen sprake is van disproportionele gevolgen voor burgers, ook al vraagt de wet van de rechter om streng op te treden.", zei Van Ettekoven daar toen over.

Bron