De variant van het coronavirus die nu het meest voorkomt in Nederland en de rest van de wereld, is waarschijnlijk door Europa verspreid door toeristen die afgelopen zomer in Spanje waren. Dat schrijven Spaanse en Zwitserse onderzoekers in een studie die woensdag is verschenen. Het onderzoek is nog niet beoordeeld door vakgenoten.

De virusstam waarmee de pandemie begin dit jaar in het Chinese Wuhan begon, heeft zichzelf een beetje veranderd. Op de uitsteeksels van oorspronkelijke SARS-CoV-2-virusdeeltjes zat een ander aminozuur dan op de variant die nu overal het meest wordt aangetroffen. Die variant met de mutatie Spike D614G was overigens al geruime tijd bekend.

Het RIVM zei begin oktober ook dat het virus in de zomer door vakantiegangers vanuit Spanje naar Nederland is 'geïmporteerd'. Het instituut vergeleek de opleving van het virus in Nederland met de grote uitbraak in maart, die waarschijnlijk werd veroorzaakt door terugkerende wintersporters uit Italië en Oostenrijk.

De studie van de Spaans-Zwitserse onderzoeksgroep gaf nog geen duidelijkheid of de snelle verspreiding van het gemuteerde virus door Europa alleen samenhangt met het toeristenverkeer van en naar Spanje. Het virus laaide daar deze zomer eerder op dan in de meeste andere landen.

De wetenschappers opperen ook de mogelijkheid dat het virus door de mutatie genetisch zo is veranderd, dat het zich eenvoudiger verspreidt. Dat lijkt inderdaad het geval, als we tenminste een Amerikaanse en een andere Zwitserse studie mogen geloven die daags vóór de Spaanse-Zwitserse studie verscheen, en waarover de Volkskrant vandaag bericht. Ook deze studies zijn nog niet door vakgenoten op hun kwaliteit beoordeeld.

Beide studies zijn dierstudies. In het Zwitserse onderzoek van de Universiteit van Bern in samenwerking met de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) kregen hamsters en fretten zowel de Wuhan-variant van SARS-CoV-2 toegediend als de D614G-variant. Die laatste bleek na een week in alle dieren het meest voor te komen. Nieuwkomers in de kooien raakten vooral besmet met de gemuteerde virusvariant.

De onderzoekers toonden verder aan dat de D614G-virusvariant zich in het laboratorium makkelijker bindt aan menselijke cellen en zich ook gemakkelijker verspreidt in weefsel uit de menselijke luchtwegen. De opgetreden mutatie zorgt ervoor dat de virusdeeltjes zich beter kunnen vasthechten in cellen. Dat leidt tot een snellere verspreiding van het virus.

Snellere vermenigvuldiging

De Amerikaanse onderzoekers besmetten hamsters met de Wuhan-variant van SARS-Cov-2, of met de nu wereldwijd dominante Spike D614G-variant. Het virus vermenigvuldigde zich veel sneller bij de hamsters die deze laatste variant kregen toegediend.

In het laboratorium stelden ook de Amerikaanse wetenschappers vast dat de D614G-variant van SARS-CoV-2 zich makkelijker bindt aan weefsel uit menselijke luchtwegen, maar ook aan cellen van longweefsel.

'Geen invloed op vaccin'

Volgens de onderzoekers ziet het er niet naar uit dat de D614G-mutatie de werking van de coronavaccins die nu in ontwikkeling zijn negatief beïnvloedt. Geen enkele van de drie hierboven genoemde onderzoeken vindt aanwijzingen dat het zich makkelijker verspreidende D614G-coronavirus mensen ook zieker maakt of het sterftecijfer zou beïnvloeden.

Dat komt overeen met de resultaten van een studie in het Verenigd Koninkrijk, waarbij specifiek is gekeken of de D614G-variant leidt tot een ernstiger ziekteverloop. De onderzoekers bekeken de gegevens van 1670 patiënten uit Britse ziekenhuizen. In alle gevallen was een genetisch profiel gemaakt van het virus waarmee de patiënten geïnfecteerd waren.

De wetenschappers onderscheidden vier stadia van ziekte, oplopend in ernst: patiënten die zelfstandig ademden, die extra zuurstof kregen, die aan de beademing lagen of die overleden. De wetenschappers vonden geen verschil in ziekmakend karakter tussen de Wuhan-variant van het coronavirus en de D614G-variant. Het gemuteerde virus leidt volgens de Britse wetenschappers ook niet tot een hogere sterfte, meer ziekenhuisopnames of meer IC-opnames.

Bron