De tweede coronagolf waar Nederland nu mee te maken heeft, kan volgens RIVM-voorman Jaap van Dissel goed worden vergeleken met de eerste golf in maart. Die werd waarschijnlijk veroorzaakt door mensen die uit Noord-Italië en Oostenrijk terugkwamen van skivakantie, en dankzij het carnaval het virus in Nederland verspreidden. Nu waren het name de jongeren die in Zuid-Frankrijk en Spanje op vakantie zijn geweest die het virus meebrachten, en dat via feesten en studentenhuizen verder verspreidden.

Via de jongeren kregen ouderen het ook, die op hun werk anderen weer besmetten. En via familie is het uiteindelijk ook weer in verpleeghuizen terechtgekomen, concludeert het RIVM.

De opleving van het aantal besmettingen sinds de zomer noemt het RIVM 'plotseling'. Uit een eerste analyse van clusters met besmettingen, en onderzoek in het Erasmus MC naar het genetische materiaal van het virus, denken ze nu te hebben kunnen achterhalen hoe dat kon gebeuren. "Het geeft een duidelijke en geloofwaardige duiding van wat er nu gaande is", aldus Van Dissel.

De NOS sprak Van Dissel en RIVM-modelleur Jacco Wallinga ook over het advies om in alle publieke binnenruimtes mondkapjes te dragen. De twee noemen dat "een politieke afweging"; van hen had het advies niet gehoeven. Zij adviseerden juist om een avondklok in te voeren, een maatregel die zij wél bewezen effectief achten.

Vindt u het zinvol om in een supermarkt een mondkapje te dragen?

Van Dissel: "Zinvol, dat speelt nu even niet. Ik zeg alleen dat wij als OMT hebben beoordeeld dat de toegevoegde waarde, uitgaande van thuisblijven bij klachten en de anderhalve meter, buitengewoon gering is. (...) Dat leidt bij ons tot de afweging dat we daar niet een positief advies over hebben uitgebracht. Dat er een ander besluit, op grond van politieke overwegingen, wordt genomen, dat zij zo."

Maar gaat het bijdragen aan het verminderen van besmettingen als ik in de supermarkt een mondkapje draag?

Van Dissel: "Dat hangt ervan af hoe een supermarkt georganiseerd is. Als die is georganiseerd zoals je hoopt dat die is georganiseerd - eenrichtingsverkeer, anderhalve meter, deurbeleid, mensen wijzen op schoonmaken van karretjes, dat iedereen thuis blijft bij klachten, en een fatsoenlijke ventilatie - dan verwacht ik dat het weinig effect heeft."

Maar waarom staat dan in uw laatste OMT-advies dat het gebruik van mondkapjes aanvullend kan worden geadviseerd op plaatsen waar de anderhalve meter niet haalbaar is?

Van Dissel: "Uiteraard is het zo dat wij als OMT ons ook hebben gerealiseerd dat sommige mensen gewoon liever een mondkapje op hebben. Daar zeggen wij over: dat is prima, als iemand zich daarmee veiliger waant dan moet die dat doen. En je kan je situaties in winkels voorstellen waarbij deurbeleid niet helemaal mogelijk is. Of dat de winkel afmetingen heeft die maakt dat je de anderhalve meter binnentreedt."

De WHO adviseert al sinds juni om mondmaskers te dragen en uw Amerikaanse collega Fauci zei deze week: "Ongeacht het land zou ik mensen aanraden serieus te overwegen maskers te dragen om overdracht te voorkomen".

Van Dissel: "Hij zegt het wel goed: je moet het serieus overwegen. Wat Fauci zich natuurlijk ook heel goed realiseert is dat het heel erg afhangt van de context en lokale cultuur. De WHO moet uitspraken doen over de hele wereld."

Maar in Duitsland is de situatie toch niet wezenlijk anders dan in Nederland? En ook daar is het advies om in de publieke binnenruimte mondkapjes te dragen.

Van Dissel: "Ja, dat is het advies vanuit de regering. En het advies van het Robert Koch Instituut, kun je op de website lezen, is al wat kritischer daarover. En spreekt vooral in termen van 'zou kunnen'. En zo zie je dat in veel landen. Op een gegeven moment worden er besluiten genomen, en dat is prima. Net zoals in België, ondanks stijgende getallen, het gebruik van neusmondmaskers per 1 oktober weer is teruggedraaid in een deel van de publieke ruimtes."

Ook op middelbare scholen geldt nu het advies om mondkapjes te dragen buiten het klaslokaal. Vindt u dat zinvol?

Van Dissel: "Het gaat er volgens mij met name om dat leraren zich beschermd willen voelen in de ruimte. Omdat ze daar geen anderhalve meter aanhouden. Voor de leerlingen geldt vooralsnog, dat zodra ze van school af zijn, ze geen anderhalve meter afstand hoeven te houden. Wat dan de toegevoegde waarde is in de gang, terwijl je je er buiten niet aan hoeft te houden, die kun je ongeveer uitdenken."

In het OMT-advies gaat u verder dan de maatregelen die nu zijn genomen. Zo adviseerde u bijvoorbeeld ook een avondklok in te stellen. Waarom vond u dat nodig?

Wallinga: "Mensen lopen vooral besmettingen op via het werk, en jongvolwassenen via de horeca. En de maatregelen hebben het meeste effect bij de leeftijdsgroep met de meeste besmettingen: 20 tot 24-jarigen. Dus is het advies om horeca eerder te sluiten en een avondklok, zodat mensen dan niet door gaan feesten. We hebben gezien in het buitenland waar een avondklok is ingevoerd, dat het leidt tot een vrij scherpe kanteling."

Het advies van de avondklok is niet overgenomen. De maatregelen gaan minder ver. Wat vindt u daarvan?

Wallinga: "Uiteindelijk is dat een politieke afweging. Wij rekenen in modellen door wat de impact is. Het is aan het beleid om dat af te wegen tegen de kosten voor de hele maatschappij."

We zagen de besmettingen al weken stijgen. Elke week die je langer wacht, leidt uiteindelijk tot twee keer zoveel ziekenhuisopnames. Waarom heeft u dit niet een week eerder geadviseerd?

Wallinga: "Het is nog sterker: als je het nog weer een week eerder had geadviseerd, had het nog meer gescheeld. De vraag is: wanneer is het erg genoeg om in te grijpen? Daarvoor heeft het ministerie op het coronadashboard signaalwaardes afgegeven. En die geven duidelijk aan wat binnen het ministerie het plan was om op te reageren."

Maar zowel het R-getal als het aantal besmettingen waren al geruime tijd boven de signaalwaardes.

Wallinga: "Het kabinet heeft ook aangegeven dat we niet bij elk rood lampje vol op de rem gaan trappen. Het reproductiegetal-lampje brandt al heel lang rood, al vanaf 1 juli. We hadden toen ook al kunnen ingrijpen. (...) Maar voor deze vragen kun je het beste in Den Haag zijn."

Wanneer gaan we het effect van de maatregelen zien?

Wallinga: "Het is een mammoettanker die je moet keren. Er zijn nog allerlei infecties. Die zijn allemaal nog onderweg, en die ga je allemaal nog zien. Het duurt veertien dagen voordat je echt een duidelijk beeld hebt van wat er gebeurt met opnames in het ziekenhuis. En dan duurt het nog een poosje voordat je ziet of het schip is gekeerd en op welke koers je dan ligt."

En hoe moet het daarna?

Van Dissel: "Ik denk dat daarna de opgave is om te kijken wat de meest geëigende versoepelingen zijn. Misschien moeten we gaan nadenken over de vakanties. We hebben toch een paar keer gezien dat dat een reden is dat het weer opvlamt, daar zullen besluiten op genomen moeten worden."

Bron