Syrische troepen hebben de stad Kobani bereikt. Volgens het in Groot-Brittannië gevestigde Syrische Observatorium voor de Mensenrechten reden de Syrische troepen na zonsondergang de stad in. Op verzoek van de Koerdische YPG komen de Syrische troepen de stad beschermen tegen de Turkse strijdkrachten die vorige week Noordoost-Syrië binnenvielen.

Op de Syrische tv werden beelden uitgezonden van de komst van de soldaten:

Kobani, aan de grens met Turkije, was in 2014 een van de eerste Syrische steden die in handen vielen van IS. Na een vier maanden durende strijd werd IS met steun van de VS in januari 2015 uit Kobani verdreven. Het was het eerste grote verlies voor IS.

De Amerikanen trokken zich na de inval van Turkije van vorige week terug uit de stad. Daarop vroegen de Koerden bescherming aan de Syrische overheid.

De Amerikaanse troepen trokken zich vandaag ook terug uit het voormalige IS-bolwerk Raqqa, melden bronnen uit het Amerikaanse leger.

Daarmee maken ze de weg vrij voor de Syrische strijdkrachten om de stad in te nemen. Het is jaren geleden sinds Syrische militairen in de stad waren, die in 2014 werd uitgeroepen tot de hoofdstad van het zelfverklaarde kalifaat van IS. De stad werd in 2017 bevrijd door de Syrische Democratische Strijdkrachten, een groepering die tegen het leger van president Assad vocht.

Streep door de rekening

Ook Russische troepen zijn aanwezig in Noordoost-Syrië. Ze houden bij de strategisch gelegen stad Manbij, inmiddels in handen van het Syrische leger, toezicht op de frontlinie.

Rusland, een bondgenoot van de Syrische president Assad, zegt een confrontatie tussen de strijdende partijen niet te zullen toestaan. Volgens de Russische gezant voor Syrië is dat "in niemands belang".

De inname van Kobani en Manbij wordt gezien als een streep door de rekening van de Turkse president Erdogan, die de Koerdische strijders uit een brede zone langs de Syrisch-Turkse grens tot aan Irak wil verdrijven. Hij wil daar een veiligheidszone instellen. De Koerdische YPG beschouwt hij als een terreurorganisatie, gezien de banden met de PKK. Erdogan wil dat zo'n 2 miljoen Syrische vluchtelingen die nu nog in Turkije zitten, zich in deze zone vestigen.

Veiligheidsraad bezorgd

De VN-Veiligheidsraad heeft zijn bezorgdheid uitgesproken over de humanitaire situatie in Noordoost-Syrië en de ontsnapping van IS-gevangenen. De raad kwam in de verklaring niet tot een veroordeling van de Turkse inval omdat Rusland die tegenhield. De Russische ambassadeur zei eerder al dat de raad "rekening moest houden met andere aspecten van de Syrische crisis, niet alleen met de Turkse operatie".

De vijf raadsleden die lid zijn van de Europese Unie lazen daarna een verklaring voor waarin ze zeggen dat ze het betreuren dat Turkije niet heeft gereageerd op herhaalde oproepen van zijn bondgenoten om zijn militaire actie in Syrië te stoppen.

Bron