Dat lokale partijen de gemeenteraadsverkiezingen hebben gewonnen en dat GroenLinks in de grote steden D66 aftroefde, was woensdag al snel duidelijk. Maar in de definitieve uitslagen uit 335 gemeenten zitten allerlei nieuwtjes en feitjes verstopt die nog níet het nieuws haalden. Een overzicht van vijf dingen die je waarschijnlijk nog niet wist.

De VVD haalt het op één na slechtste resultaat in bijna 50 jaar

"De avond is nog jong, maar we mogen razend trots zijn", zei VVD-leider Rutte woensdag in zijn eerste reactie. "Het ziet er echt mooi uit. Fantastisch. Werkelijk een schitterende uitslag lijkt zich vanavond af te tekenen."

De definitieve uitslag pakt voor de VVD inderdaad beter uit dan die van de gemeenteraadsverkiezingen van vier jaar geleden. 13,3 procent van de stemmers koos voor de liberalen, tegenover 12,21 procent vier jaar geleden.

Kijken we iets verder terug, dan is er minder reden voor Rutte om te juichen. We moeten terug naar 1970 om een uitslag te vinden die slechter uitpakte voor de VVD dan die van de raadsverkiezingen van 2018 en 2014. Dat was een jaar voordat de populaire Hans Wiegel partijleider werd.

In zijn reactie van woensdag zei Rutte ook dat hij verwachtte dat de VVD voor het eerst het CDA zou aftroeven als grootste landelijke partij bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat is net niet gelukt. Beide partijen haalden ruim 900.000 stemmen, maar het CDA 2872 meer dan de VVD.

De versnippering in beeld: 161 fracties méér

Er wordt vaak gesproken over de 'versnippering' van de Nederlandse politiek: steeds meer partijen in de gemeenteraad, waardoor het steeds moeilijker wordt om colleges van burgemeester en wethouders te vormen. Soms is dat omdat er nieuwe (lokale) partijen worden opgericht, soms omdat landelijke partijen in meer gemeenten meedoen.

Maar hoe groot is die versnippering nu precies? De definitieve uitslag van vandaag maakt het mogelijk om dat uit te rekenen.

De uitkomst van die som: in de 335 gemeenten waar dit jaar verkiezingen waren, zijn er nu 2554 fracties die minstens 1 zetels hebben. Vier jaar geleden waren dat er 2393. Dat betekent concreet een stijging met 161 over het hele land; grofweg een halve fractie per raad.

Lelystad, Amsterdam en Den Bosch kennen de meeste nieuwe fracties: vier. De gemiddelde gemeente in Nederland heeft er bijna acht.

Denk doet het lokaal beter dan landelijk, de PVV slechter

Nieuwkomer Denk deed mee in veertien gemeenten waar de partij bij de Tweede Kamerverkiezingen goed scoorde, de PVV in dertig. Dat lijkt voor Denk een goede strategie te zijn geweest. In vergelijking met vorig jaar haalde Denk in de gemiddelde gemeente net iets meer stemmen (5 procent) dan bij de landelijke verkiezingen. In Schiedam was het verschil het grootst: daar haalde de partij lokaal 11,6 procent van de stemmen, tegen 8,2 procent landelijk.

Blijkbaar zijn veel PVV-kiezers thuisgebleven of hebben ze op een andere partij gestemd. In de gemiddelde gemeente waar de PVV meedeed, haalde de partij van Geert Wilders maar de helft (52 procent minder) van het percentage van een jaar geleden. In Den Bosch was het verschil het grootst: stemde vorig jaar 15 procent van de Bosschenaren op de PVV, woensdag was dat maar 3 procent.

In Rotterdam, Maastricht en Den Haag waren de verschillen van een vergelijkbare orde. In Almere, waar de partij al acht jaar in de gemeenteraad zit, deed de PVV het relatief goed.

GroenLinks is zeker nog geen volkspartij

"Twee jaar geleden, toen ik aantrad, sprak ik uit dat GroenLinks een brede volkspartij moest worden", riep een euforische Jesse Klaver woensdag in zijn overwinningstoespraak. "Omdat ik er tot diep in mijn vezels van overtuigd ben dat er partijen moeten zijn die verbinden. Wit en zwart. Hoogopgeleid en laagopgeleid. Provincie en grote stad. En we zijn er nog lang niet, maar vanavond zetten we een belangrijke stap om die ambitie vorm te geven."

Uit onderzoek van Ipsos in opdracht van de NOS blijkt dat het eerder om een zeer bescheiden stapje gaat. Net als vier jaar geleden is meer dan de helft van de kiezers van GroenLinks hoogopgeleid (56 procent), ten opzichte van een derde (35 procent) van alle kiesgerechtigden. Vier jaar geleden was die kloof nog wel iets groter (62 procent tegenover 33 procent) dan bij deze verkiezingen. Overigens is GroenLinks geen uitzondering: bij de VVD is het opleidingsniveau nagenoeg hetzelfde, terwijl dat bij D66 nog hoger is.

De kloof tussen stad en platteland lijkt zelfs nog iets groter geworden bij GroenLinks. 73 procent van de kiezers woont in een "zeer" of "sterk stedelijk" gebied, tegen 57 procent van alle kiesgerechtigden. Vier jaar geleden was dat verschil minder groot (61 tegenover 50 procent).

De SP heeft meer verloren dan de PvdA

De SP deed in veertien gemeenten voor het eerst mee. Dat leverde nieuwe kiezers op, wat het beeld enigszins vertekent. Als je alleen naar de 96 gemeenten kijkt waar de SP vier jaar geleden ook meedeed, verloor de SP een derde van alle stemmen. (Van 11,8 naar 8 procent van alle stemmen in deze 96 gemeenten).

Als je bij de PvdA de 248 gemeenten vergelijkt waar de partij zowel vier jaar geleden als dit jaar meedeed, dan zie je een verlies van een kwart van alle stemmen (van 11,4, naar 8,6 procent).

Bron